Snelheid van verkeer

De Ronde Venen is een gemeente waar iedereen veilig aan het verkeer kan meedoen. Daar leveren we allemaal een bijdrage aan. Door de regels op te volgen en verkeersdeelnemers te respecteren.

Bewoners vragen soms aan de gemeente om extra maatregelen te nemen. De gemeente kijkt altijd serieus naar deze vragen. Of we extra maatregelen gebruiken, hangt af van verschillende factoren en belangen. Ook kijken we naar de kosten. 

Veelgestelde vragen

Kan de gemeente iets doen als verkeer te hard rijdt? 

Het kan zijn dat de snelheid van verkeer hoger is dan toegestaan. Het kan ook zijn dat mensen de snelheid van het verkeer als heel hoog ervaren. Daarom kijken we of de snelheid in een straat in de afgelopen periode is gemeten. 
De verkeersveiligheid in een straat controleren we opnieuw bij grote werkzaamheden. Daarbij nemen we ongevallen, gereden snelheden,  de beleving van de verkeersveiligheid en de meldingen mee. We gaan dan na of we (extra) snelheidsremmende maatregelen moeten nemen. Het gemeentebestuur maakt de afweging of we maatregelen nemen. We kunnen helaas niet voldoen aan alle wensen om maatregelen te nemen door de kosten, tijd en beperkte middelen. Het is noodzakelijk om keuzes te maken.

Kan ik zelf iemand aanspreken op gedrag?

Een prettige buurt maken we samen. Iemand ergens op aanspreken is soms best moeilijk. Doe het daarom beleefd en met respect. De kans is groot dat u dan meer begrip krijgt voor uw zorgen over de veiligheid.


Gebruikt de gemeente snelheidsdisplays?

De gemeente is in het bezit van 2 snelheidsdisplays. In de meeste straten is het mogelijk om deze voor een periode van 4 weken op te hangen. Deze snelheidsdisplays geven een duidelijk beeld van de gereden snelheden in een straat. De ervaring is dat dit een positief effect teweegbrengt op de gereden snelheid. 

Kan de gemeente een flits- of radarpaal plaatsen? 

Gemeente De Ronde Venen plaatst geen flitspalen. Flitspalen zijn (bijna) allemaal eigendom van het Openbaar Ministerie (OM). Het OM zet een flitspaal niet zomaar neer. Dit gebeurt na een analyse van de verkeersveiligheid:

  • Hoeveel ongelukken zijn er geweest; wat voor soort, en wat was de oorzaak?
  • Hoeveel mensen rijden er te hard?
  • Past de snelheid bij de weg?
  • Kan de inrichting van de weg anders, zodat men minder hard rijdt?

Is het duidelijk dat door een flitspaal het aantal ongelukken kan verminderen?
​​​​Dan kan het Openbaar Ministerie beslissen een flitspaal neer te zetten. Dit gebeurt in overleg met de politie en de gemeente.
Het OM heeft in de afgelopen jaren alle flitspaallocaties geëvalueerd. Daarbij was een van de doelstellingen van het OM om het aantal flitspalen te verminderen. 

Waarom mag ik in de ene straat 30 km/u rijden en in de andere 50 km/u?

Dat heeft te maken met erftoegangswegen en ontsluitingswegen. Het verkeer op erftoegangswegen heeft daar meestal zijn bestemming of komt daar vandaan. Het leef- en woonklimaat krijgt daarom voorrang in de straat. De auto is dus ‘te gast’. Daarom geldt er een maximumsnelheid van 30 km/u. Om zo min mogelijk verkeer over erftoegangswegen te laten rijden, zijn er ontsluitingswegen. Deze zijn er om verkeer snel en veilig door te laten rijden. Daarom mag het verkeer hier harder rijden.

Kunnen we niet in alle straten 30 km/u gaan rijden? 

Nee. We proberen het verkeer zoveel mogelijk via ontsluitingswegen te laten rijden. Binnen de bebouwde kom zijn ontsluitingswegen zo ingericht dat verkeer hier 50 km/u kan rijden. Hierdoor hoeft verkeer alleen op erftoegangswegen te rijden als het daar naartoe gaat of vandaan komt. Ook geldt: Hoe kleiner het gebied, hoe groter de kans dat de weggebruiker zich aan de snelheid houdt.

Hoe herken ik een 30 km/u zone?

U herkent een 30 km/uur zone aan de borden ‘zone 30’ en ‘einde zone 30’. 
Het bord ‘zone 30’ staat aan het begin het gebied waarvoor dit geldt. Het bord ‘einde zone 30’ staat aan het einde van dat gebied. De borden worden niet herhaald in elke straat/kruispunt. Als u het bord ‘einde zone 30’ niet voorbij bent gereden, rijdt u nog steeds in een 30 km/u zone. Ook al bent u al meerdere straten doorgereden. 

Overige kenmerken 30 km/uur zone: 

  • In een 30 km/u zone ontbreken in principe aparte fietsstroken of fietspaden. Soms zijn ze er toch, bijvoorbeeld op een belangrijke schoolroute. 
  • In 30 km/u zones kunt u op regelmatige snelheidsremmende voorzieningen aantreffen (zoals drempels, versmallingen en bochten). 
  • Een 30 km/u zone sluit meestal op andere wegen aan via een uitritconstructie. Soms ziet u de overgang door markering op het wegdek, bijvoorbeeld met de cijfers 30. 

Wat is het verschil tussen een straat in een 30 km/u zone en een (woon)erf?

Zowel een 30 km/uur zone als een woonerf behoren tot de erftoegangswegen. Het woon- en leefklimaat is er belangrijker dan een vlotte doorstroming van het verkeer. 
Toch zijn er een paar belangrijke verschillen: 

  • De snelheidslimiet in een (woon)erf is ‘stapvoets’. De Hoge Raad heeft bepaald dat dit een maximum snelheid is van 15 km/u. 
  • Parkeren mag in een (woon)erf alleen in de parkeervakken die met een P-tegel staan aangegeven.
  • Voetgangers mogen in een (woon)erf van de hele wegbreedte gebruikmaken. In een 30 km/uur zone mogen ze alleen op de stoep lopen, als die er is. 

Kan er in een 30 km/u zone gehandhaafd worden?

Controle op snelheid is een taak van de politie. Snelheidscontroles op wegen binnen 30km-zones en in woonerven hebben geen prioriteit bij politie en Openbaar Ministerie. Op overige wegen is het vaak wel mogelijk.
Om te bepalen of er ergens structureel te hard gereden wordt, kijkt de gemeente naar het 85-percentiel. Het 85-percentiel is een snelheidswaarde die voortkomt uit snelheidsmetingen. 85% van de weggebruikers rijdt deze snelheid of langzamer. Als deze waarde hoog boven de maximum snelheid ligt, kan de gemeente dit doorgeven aan de politie. Zij bepalen dan of er tot handhaving overgegaan wordt.